
Maar amper drie maanden later is die injectie van zuurstof veranderd in een luchtspiegeling. De regering kwam terug op haar besluit en kondigde aan dat de aanpassing van het fiscale stelsel uiteindelijk alleen voor zelfstandigen zou gelden. Voor de meeste betrokken bedrijven en wagenparkbeheerders kwam deze terugkrabbeling als een slag in het gezicht. De oorspronkelijke aankondiging van de regering heeft immers flink wat tijdverlies veroorzaakt als gevolg van begrotingsafwegingen, herzieningen van bestelstrategieën, aanpassingen van car policies en uitleg aan bestuurders. De inspanningen die zijn geleverd voor vergelijkende kostenanalyses, heronderhandelingen van contracten en het voorbereiden van interne communicatie, zijn voor niets geweest. Een dergelijke lichtzinnige aanpak van een zo structurerend onderwerp valt alleen maar te betreuren. Deze opeenvolging van tegenstrijdige boodschappen ondermijnt de geloofwaardigheid van het overheidsbeleid en het vertrouwen van de gebruikers in de opgelegde transitie.
Ook autoconstructeurs en -invoerders betalen de prijs voor deze wispelturigheid van de wetgever. Velen van hen hebben na de aankondiging in maart hun communicatiecampagnes en verkoopargumenten met spoed bijgestuurd om PHEV’s opnieuw in het fleetaanbod te positioneren. Bijgewerkte brochures, relanceberichten aan dealers, nieuwe productpresentaties voor B2B-teams…: een hele marketing- en verkoopmachine werd voor niets weer op gang gebracht. Er was amper tijd om de dialoog met de klanten te hervatten of de aankondiging van juni maakte al deze inspanningen teniet, wat een gevoel van frustratie en teleurstelling achterliet bij de professionals in de sector.
Afgezien van het specifieke geval van PHEV’s brengt deze episode een dieper liggend probleem aan het licht: het gebrek aan voorspelbaarheid. Wat vlootbeheerders vandaag de dag vragen, is geen last-minute vrijstelling of eenmalige gunst. Ze willen een duidelijk, stabiel en voorspelbaar fiscaal kader waarop ze duurzame, efficiënte strategieën kunnen baseren die aansluiten bij de klimaatdoelstellingen van het land. Want de sterke ambities op het gebied van decarbonisatie moeten absoluut gepaard gaan met coherente regelgeving. Anders zullen zelfs de meest gemotiveerden uiteindelijk ontmoedigd raken en zal de transitie niet worden vertraagd door een gebrek aan wil, maar door een overdaad aan politieke improvisatie.