
Slim energiebeheer draait om het goed verdelen van de belasting over de verschillende fasen. In gebouwen met meerdere laadpunten loopt de stroom meestal via een centrale hoofdverdeler (HV) naar verschillende onderverdelers (OV’s), waaraan soms weer extra OV’s hangen. Zo’n opzet is typisch voor laadinfrastructuren die moeten schalen.
Elke onderverdeler heeft in deze opzet een maximale capaciteit die je niet mag overschrijden. Het is dus zaak om het stroomverbruik van de laadpunten niet alleen goed over de verschillende OV’s te verdelen, maar ook gelijkmatig over de drie fasen – indien je werkt met een driefasig net. Doe je dat niet en ontstaat er een onbalans die de infrastructuur beschadigt.
Deze balans is vooral een uitdaging bij plug-in hybrides (PHEV’s) en sommige batterij-elektrische auto’s (BEV’s), want die laden vaak op meerdere fasen tegelijk. Zo ontstaat vanzelf een scheve verdeling. Hoe groot het risico is, hangt af van je netstructuur en het aantal laadpunten dat je erop aansluit:
- Wanneer de nuldraad de onbalans van de fasen moet compenseren, kan een hoge laadcapaciteit leiden tot thermische schade of netwerkstoringen.
- Verschillende fasebelastingen kunnen ook leiden tot spanningsdalingen, die elektronische apparaten in het gebouw en de laadinfrastructuur kunnen beschadigen.
- Een ongelijke verdeling kan er ook voor zorgen dat beveiligingsmechanismen zoals aardlekschakelaars verkeerd worden geactiveerd.
Zonder slim energiebeheer zullen deze risico’s vroeg of laat het laadsysteem verstoren, met onvoorspelbare nevenschade.