
België volgt grotendeels de Europese trends in woon-werkverkeer. Maar er zijn enkele opvallende verschillen. Net als in de rest van Europa is de eigen wagen het dominante vervoersmiddel, al ligt het gebruik in België (55%) iets onder het gemiddelde (59%). Openbaar vervoer (metro, tram, bus) en wandelen zijn in België minder gangbaar dan elders in Europa. De bedrijfswagen is in België iets populairder (11%) dan gemiddeld, en vergelijkbaar met Frankrijk, maar minder dan in Nederland. De trein scoort in België opvallend goed in dit onderzoek (11%), bijna dubbel zo hoog als het Europese gemiddelde (6%), omdat ook ambtenaren deel uitmaken van het onderzoek. De meeste ambtenaren reizen gratis met de trein. Wat fietsen betreft, blijft Nederland koploper, maar België doet het relatief goed met 10% voor de gewone fiets en 8% voor de elektrische, beide boven het Europese gemiddelde. Bijna een op de vijf Belgen (18%) komt met een gewone of elektrische fiets naar het werk en daarmee zitten we in de Europese top drie van fietslanden. Er is ook een groep zonder regelmatig woon-werkverkeer (door thuiswerk), maar deze is in België kleiner (7%) dan in de meeste andere landen, maar landen als Noorwegen, Italië, Frankrijk, Slovenië en Kroatië geven nog minder thuiswerk aan.
“De eigen wagen blijft het voornaamste transportmiddel naar het werk in Europa. Daar ligt nog een grote uitdaging om deze wagens te vergroenen, al neemt de fiets in een paar landen een belangrijke positie in. Wie met de fiets of te voet komt, is meer tevreden. Zij zijn minder afhankelijk van externe factoren en hebben hun tijd meer in de hand. Andere transportmiddelen zoals deelauto’s of carpool blijven van ondergeschikt belang. Gedeeltelijk thuiswerk is natuurlijk ook een deel van de oplossing, zeker voor wie anders meer dan anderhalf uur per dag verliest.”