Toekomstige verhoogde investeringsaftrek voor elektrische lichte vrachtwagens

Deze hogere percentages zullen retroactief gelden voor nieuwe aanschaffingen vanaf 1 januari 2025. De onderstaande inhoud moet begrepen worden als een fiscale “aankondiging” zodat bedrijven hun toekomstige keuze van aandrijving nu reeds kunnen plannen. Dit is ook goed nieuws voor een aantal constructeurs en merken die in de loop van 2025 een volledig nieuw gamma van elektrisch aangedreven bestelwagens op de Belgische markt lanceren en die vandaag nog in sterke concurrentie staan met klassieke dieselaandrijvingen.

De groene investeringsaftrek die geldt vanaf 2025, werd al vorig jaar grondig hervormd op basis van wettelijke regels en uitvoeringsbesluiten, maar bepaalde uitvoerende onderdelen dienen nog door het parlement (federaal en gewestelijk) te worden goedgekeurd.

Concreet zullen nieuw aangeschafte lichte vrachtwagens zonder CO₂-uitstoot een verhoogde thematische investeringsaftrek kunnen genieten tegen een tarief van 40% voor zelfstandigen (eenmanszaken) en kleine ondernemingen (1) en tegen een tarief van 30% voor grote vennootschappen. De Arizona-regering heeft de voorgestelde regels herbevestigd en overweegt om enkel het tarief van 40% te weerhouden voor iedereen in plaats van de twee tarieven van 30% en 40%. De lichte vrachtwagens mogen enkel bestemd zijn voor 100% beroepsmatig en uitstootvrij vervoer van goederen. Privégebruik is dus niet toegelaten.

Concreet betekent dit dat zelfstandigen en ondernemingen deze investering tegen 130% of 140% van de aanschaffingswaarde mogen afschrijven en zo in kosten brengen.  Enkel aankoop of financiële leasing (geactiveerd op de balans) komt in aanmerking. De afschrijvingsperiode moet minimaal drie jaar bedragen. Tweedehandsvoertuigen zijn uitgesloten.

Om recht te hebben op een verhoogde groene investeringsaftrek moet de zelfstandige of onderneming aan bepaalde bijkomende voorwaarden voldoen :

• Geen achterstallige RSZ-schulden hebben
• Geen statuut hebben van onderneming in moeilijkheden
• Geen bevel ontvangen tot terugvordering van staatssteun
• Geen gewestelijke subsidie hebben ontvangen voor hetzelfde investeringsgoed,  bijvoorbeeld een ecologiepremie +.

Men dient ook verplicht een attest aan te vragen bij het bevoegde gewest of bij de bevoegde federale minister. Voor lichte vrachtwagens moet deze “federale attestering” worden aangevraagd bij de federale overheidsdienst Mobiliteit. De modaliteiten moeten nog worden uitgewerkt en zullen wellicht in het najaar van 2025 worden gepubliceerd.

We herhalen dat de basisinvesteringsaftrek van 10% blijft gelden tijdens het jaar 2025 voor de aanschaffing van nieuwe lichte vrachtwagens met fossiele aandrijving die uitsluitend beroepsmatig gebruikt worden. Die is wel enkel geldig voor zelfstandigen (eenmanszaken) of voor kleine ondernemingen (4) en ook steeds bij 100% beroepsgebruik en enkel bij aankoop of financiële leasing. Grote ondernemingen zijn uitgesloten.

Lichte vrachtauto’s “die uitsluitend aangedreven worden door een elektrische motor of waterstof” genieten een volledige vrijstelling van de jaarlijkse verkeersbelasting.

Zoals alle lichte vrachtwagens met fossiele aandrijving betalen zij nooit BIV.

Vanaf 1 januari 2024 moeten emissievrije voertuigen die maximaal 4,25 ton wegen, tijdelijk geen kilometerheffing betalen. Een On Board Unit (OBU) blijft wel verplicht.

Tot slot melden we nog dat de verhoogde percentages van investeringsaftrek ook zullen gelden voor fietsen, kleedkamers en sanitair voor fietsers, en fiets- en voetgangersinfrastructuur en ook bepaalde laadinfrastructuur voor zover deze uitsluitend worden gebruikt of nodig zijn voor 100% uitstootvrij vervoer van goederen.

1. Vzw’s komen voor deze maatregel enkel in aanmerking indien ze onderworpen zijn aan de vennootschapsbelasting.

Een kleine vennootschap is fiscaal een vennootschap die beantwoordt aan onderstaande criteria.

Dit houdt in dat er voor het laatst afgesloten boekjaar, niet meer dan één van volgende criteria wordt overschreden:

1. Jaargemiddeld personeelsbestand: 50 werknemers;
2. Jaaromzet exclusief btw: 11.250.000 euro
3. Balanstotaal: 6.000.000 euro

Wanneer meer dan één van de criteria worden overschreden of niet meer wordt overschreden, heeft dit slechts gevolgen wanneer dit zich in twee opeenvolgende boekjaren voordoet.