D’Ieteren heeft de resultaten gepubliceerd van de 4e editie van zijn strategische studie Polaris, uitgevoerd in samenwerking met het onafhankelijke bureau Profacts. Sinds de lancering in 2021 heeft dit onderzoek als doel de belangrijkste trends in kaart te brengen die het Belgische mobiliteitslandschap hertekenen. De editie 2025 benadrukt belangrijke ontwikkelingen: elektrificatie van het wagenpark, de opkomst van multimodaliteit, de doorbraak van de fiets en het groeiende belang van het mobiliteitsbudget. Allemaal signalen van een samenleving in volle transitie.
België blijft een land van automobilisten: 89% van de huishoudens bezit minstens één wagen. Toch tekent zich een trend af: 28% van de gezinnen met meerdere wagens overweegt hun wagenpark te verkleinen. De drijfveren zijn duidelijk: economische en ecologische overwegingen. De auto blijft een pijler, maar Belgen sluiten andere oplossingen steeds vaker in hun mobiliteitsmix in.
39% van de Belgen overweegt de aankoop van een elektrische wagen, maar de interesse in thermische voertuigen blijft hoog (72%). De obstakels zijn bekend: hoge aankoopprijs, beperkte autonomie en een tekort aan laadpunten. De verwachting is duidelijk: één op twee Belgen wil een laadpunt op minder dan één kilometer van zijn woning. Er is ook een duidelijke generatiekloof: 57% van de 18–34-jarigen ziet een elektrische wagen zitten, tegenover slechts 22% van de 54–64-jarigen.
De fiets, en vooral de elektrische fiets, kent een spectaculaire groei, vooral in Vlaanderen en Brussel, waar hij het nu zelfs opneemt tegen het openbaar vervoer. In bedrijven is de trend nog duidelijker: 41% van de werkgevers biedt inmiddels fietsleasing aan (tegenover 36% in 2024). Dit succes toont de groeiende wil om zachte mobiliteitsoplossingen in de loonpakketten voor medewerkers te integreren.
In 2025 heeft 38% van de Belgen een gedeelde mobiliteitsdienst gebruikt (wagen, fiets, step…). Dat cijfer blijft stabiel tegenover 2024, maar de verschillen zijn groot: 54% van de jonge stedelingen maken er gebruik van, terwijl een meerderheid van de Belgen (63%) zegt er op korte termijn geen interesse in te hebben. De voorkeur voor eigendom blijft diep verankerd, mede door de vrees voor schade en de culturele gehechtheid aan “een eigen auto”.
Het mobiliteitsbudget blijft een opportuniteit met veel marge. 66% van de Belgen heeft er al van gehoord, maar slechts 23% begrijpt de modaliteiten, en amper 5% gebruikt het effectief.
Wanneer het wel wordt aangeboden, blijft de auto centraal staan: 37% van het budget gaat naar een kleinere of groenere wagen, terwijl 29% naar cash gaat. Jongere generaties onderscheiden zich door meer diversificatie (fietsleasing, gedeelde mobiliteit, afbetaling van leningen…).
Bij 55-plussers blijft de auto de belangrijkste keuze. Bij bedrijven heeft 50% het mobiliteitsbudget nog niet ingevoerd, vaak omwille van de complexe regelgeving of een lage interne vraag. Nochtans bestaan er oplossingen om het beheer van dit systeem te vereenvoudigen en HR-afdelingen te ondersteunen. Het potentieel is enorm, maar grotendeels onbenut.
Fleetmanagers tonen de weg: in één jaar tijd is het aandeel elektrische wagens gestegen van 17% naar 32%. En de vooruitzichten zijn ambitieus: bijna de helft van de vloot zal binnen twee jaar elektrisch zijn. De omschakeling is ingezet, ondersteund door fiscaliteit en innovatie.
Met Polaris bevestigt D’Ieteren zijn rol als katalysator van de transitie. De groep blijft investeren in micromobiliteit, diversificatie van vervoersmodi, oplossingen voor elektrische laadpunten en fietsleasing.
Het doel: een duurzaam, inclusief en toekomstgericht mobiliteitsecosysteem opbouwen, aangepast aan de behoeften van de Belgen.
