BIV en verkeersbelasting voor elektrische voertuigen in Vlaanderen: de toon wordt scherper tussen Renta en Ben Weyts

In deze reactie wijst Blanckaert eerst op de belangrijke rol van leasing in de elektrificatie van het Belgische wagenpark: met 195.500 ingeschreven elektrische voertuigen bij haar leden vertegenwoordigt de federatie op haar eentje de helft van de elektrische auto’s die in het land in het verkeer zijn. Als reactie op de uitspraken van de minister benadrukt Renta dat het volstrekt onjuist is te beweren dat de sector vijftien maanden de tijd had om zich voor te bereiden. De enige officiële mededeling over de invoering van de belasting dateert van 6 oktober 2025 en bestaat uit een persbericht zonder concrete details, zonder formele rechtsgrondslag en zonder enige informatie over de bedragen of de modaliteiten. Een dergelijke hervorming kan echter niet worden voorzien of uitgevoerd zonder een decreet en zonder een redelijke termijn om de systemen aan te passen, de klanten te informeren en de processen te herprogrammeren.
Renta weerlegt ook het idee dat er regelmatig overleg zou hebben plaatsgevonden. De federatie heeft slechts één keer een ontmoeting gehad met het kabinet van Ben Weyts, op 12 november 2025, en dat was pas nadat zij via indirecte bronnen had vernomen dat een andere federatie, EV Belgium, enkele dagen eerder was ontvangen. Renta verklaart dat zij het kabinet herhaaldelijk per e-mail en telefoon heeft verzocht om bij de besprekingen te worden betrokken, maar dat ondanks beloften hieraan geen gevolg is gegeven. Volgens de federatie zou de leasingsector – die toch een centrale rol speelt in de professionele mobiliteit en sterk vertegenwoordigd is in Vlaanderen – zonder haar aandringen gewoonweg niet zijn geraadpleegd.
Naast de vorm benadrukt Renta de belangrijke operationele uitdagingen die de toepassing van de belasting op de datum van inschrijving in plaats van op de datum van bestelling met zich meebrengt. Bij leasing worden voertuigen vaak maanden van tevoren besteld op basis van een offerte die is opgesteld op een moment dat de belasting nog niet was aangekondigd of vastgesteld. De door de federatie aanbevolen methode, die in overeenstemming is met de federale praktijken op het gebied van autofiscaliteit (aftrekbaarheid, VAA, CO₂-bijdrage), garandeert juist de rechtszekerheid voor klanten en de administratieve consistentie. Het negeren van deze realiteit kan leiden tot chaos, die volgens Renta nog steeds te voorkomen is als er snel een oplossing wordt gevonden voor bestellingen die vóór 6 oktober zijn geplaatst maar na 1 januari 2026 worden geleverd.
In haar brief verduidelijkt Renta nogmaals dat zij niet het bestaan van de belasting betwist, maar wel het tijdschema voor de invoering ervan, dat zij onrealistisch acht gezien de technische en operationele beperkingen. De federatie betreurt het dat er tot op heden nog geen ontwerpdecreet is en dat er geen antwoord is gekomen op haar verzoek om een overgangsregeling in te voeren op basis van de datum van bestelling. Ten slotte herinnert zij eraan dat, in het kader van het Mobia-protocol dat in oktober aan minister-president Diependaele is overhandigd, voorafgaand en doeltreffend overleg een positief signaal zou zijn geweest voor de samenwerking tussen de Vlaamse regering en de actoren op het gebied van mobiliteit.
De strenge toon die Ben Weyts in het parlement aansloeg, staat in schril contrast met de constructieve aanpak die Renta zegt te hebben gekozen. Nu de nieuwe belastingregeling bijna van kracht wordt, wacht de leasingsector nog steeds op de nodige verduidelijkingen om een chaotisch begin van het jaar te voorkomen. In een markt waar bedrijfsvloten een stuwende kracht zijn achter de elektrificatie, blijven rechtszekerheid en voorspelbaarheid meer dan ooit essentieel.