Mobiliteitsbudget 2026: Renta en, Febiac voeren de druk op de regering op
Volgens Renta en Febiac is de invoeringstermijn van het verplichte mobiliteitsbudget onrealistisch. Bovendien voegen de twee federaties eraan toe dat de federale overheid door deze invoering jaarlijks ongeveer 100 miljoen euro aan inkomsten zou kunnen mislopen. Meer uitleg in dit artikel.

In het federale regeerakkoord is voorzien om werkgevers te verplichten aan werknemers met een bedrijfswagen als alternatief een mobiliteitsbudget voor te stellen. In dat regeerakkoord was echter ook afgesproken om het mobiliteitsbudget te hervormen en uit te breiden naar alle werknemers, niet alleen die met (recht op) een bedrijfswagen. Volgens Renta en Febiac, “Zowat alle experts zijn het erover eens dat dit grondig moet worden voorbereid en dat het noodzakelijk is om eerst aanpassingen te maken. De regering lijkt nu de kar voor het paard te spannen door per 1 januari 2026 de verplichting in te voeren en pas daarna de hervormingen door te voeren.”
Het is juist dat werkgevers veelal een beroep zullen moeten doen op specialisten om dit in de praktijk te brengen en om hun werknemers te informeren. Vorige maand nog bracht onderzoek uit de HR-sector aan het licht dat de helft van de werkgevers niet of onvoldoende op de hoogte is van de verplichting.
Een gat van 100 miljoen
Een rondvraag – zonder verdere toelichting in het persbericht van de twee federaties – leert dat een kleine 10% van de bedrijfswagengebruikers open staat om een mobiliteitsbudget op te nemen in ruil voor de bedrijfswagen. Op iets meer dan 600.000 werknemers maakt dat 60.000 omzettingen. Laten we nuanceren met een citaat van Thierry Devresse, CEO van My Mobility Budget Butler (MMBB), tijdens ons speciaal webinar over het mobiliteitsbudget: “Er is 95% kans dat het verplicht wordt, of de werknemers nu vragende partij zijn of niet. In 2025 gaat het om 20.000 à 25.000 personeelsleden. Maar vanaf volgend jaar, met het mobiliteitsbudget voor iedereen, zal het potentieel stijgen tot meer dan 4 miljoen gebruikers!”
Stijn Blanckaert, CEO van Renta, de Belgische Federatie van Lange- en Kortetermijnverhuur van Voertuigen, rekent voor: “De federale overheid verliest hierdoor op 3 directe bronnen van (para)fiscale inkomsten uit bedrijfswagens: de personenbelasting op het voordeel van alle aard (VAA), de solidariteitsbijdrage voor de RSZ en de vennootschapsbelasting op de verworpen uitgaven van het VAA. Dit gaat gemiddeld jaarlijks per voertuig om 1.700 EUR1. Met 60.000 omzettingen zal dit dus een bijkomend gat van ruim 100 miljoen euro in de federale begroting slaan.”
Laten we afsluiten met te vermelden dat de laatste geruchten spreken over een uitstel van het mobiliteitsbudget of, op zijn minst, enkele maanden tijd voor de bedrijven om zich aan te passen. De deadline van 1 januari 2026 lijkt immers vrij onrealistisch…