TCO-vergelijking Hyundai Inster vs Renault 5 E-Tech Electric – Prijsbeesten (+video)

Laten we aftrappen met de Hyundai Inster, die in april jongstleden door de internationale jury van de World Car Awards werd uitgeroepen tot World Electric Vehicle. Enkele weken eerder, in januari, werd de Renault 5 E-Tech Electric op de Brussels Motor Show door de Europese Car of The Year-jury verkozen tot Auto van het Jaar. Een doelpunt voor beide teams; de bal ligt in het midden!

Waarom hebben we deze twee modellen verder nog tegenover elkaar gezet? Simpelweg omdat het twee grote concurrenten zijn en hun basisprijs, in de instapversie, onder de 25.000 euro incl. btw ligt: 24.499 euro voor de instapversie van de Inster (Core) en 24.900 euro voor die van de R5 (five).

Elk model biedt twee batterijgroottes: 42 en 49 kWh voor de Koreaan tegenover 40 en 52 kWh voor de Fransman. Voor deze vergelijking nemen hogere uitrustingsversies met een grote accu het tegen elkaar op: de Inster Edge (het op één na hoogste uitrustingsniveau, onder de Inster Cross) en de R5 Techno (het middelste niveau).

Wat rijbereik betreft, wint de Renault 5 E-Tech op papier, met 409 km WLTP, tegenover 360 km voor de Inster Edge. Met een lagere afwerkingsgraad en kleinere velgen stijgt de theoretische autonomie van de Hyundai tot 370 km.

Door de R5 nieuw leven in te blazen met dit nostalgische en tegelijkertijd moderne ontwerp, heeft Renault een ware meesterzet gedaan. De sympathieke snoet van het model tovert overal waar hij komt een glimlach op de lippen. Voeg daar nog eens opvallende kleuren zoals geel en groen aan toe, en deze R5 wekt gewoonweg sympathie op.

De Inster lijkt meer verdeeldheid te zaaien. Door zijn hoge en smalle vorm doet hij denken aan verdwenen modellen zoals de Hyundai Atos of de Suzuki Ignis. Zijn kleurtjes zijn minder opvallend. Maar zijn originele look met de geblokte leds voor- en achteraan en de ronde koplampen vallen in de smaak bij kinderen die de R5 van weleer niet kennen.

Beide stadsauto’s zijn minder dan vier meter lang. De Hyundai is 10 cm korter, 16 cm smaller en ook 8 cm hoger dan de R5. Verrassende afmetingen in deze tijd, waardoor het binnenin een beetje krap aanvoelt. Nochtans zit deze Inster boordevol praktische vondsten die in het dagelijks leven een schot in de roos zijn! Er is veel opbergruimte voorin en dankzij de verschuifbare achterbank is de beenruimte ongeëvenaard in dit segment. Bovendien kunnen de voorstoelen volledig worden neergeklapt, zodat je occasioneel lange voorwerpen kunt vervoeren. Het enige minpuntje: het is een strikte vierzitter. Toch zit je achterin veel beter dan in de Renault.

Hoewel de R5 vijf zitplaatsen biedt (met een vrijwel onbruikbare middelste plaats), legt hij meer nadruk op het comfort van de voorste inzittenden en een grotere kofferruimte: 326 liter (tot 1.106 liter) tegenover 238 liter (tot 1.059 liter) voor de Hyundai met de achterbank volledig naar achteren geschoven. Eventuele laadkabels kunnen in de Hyundai echter gemakkelijk worden opgeborgen dankzij de dubbele vloer. De kleine Fransman onderscheidt zich ook op multimediagebied, met een modern systeem en moderne weergaves, evenals een uiterst handige sneltoets om de meest opdringerige rijhulpsystemen uit te schakelen.

Qua rijden onderscheidt de R5 zich duidelijk van de Inster. Er komt maar één woord in ons op: fun! Met 150 pk voor 1.524 kg is deze R5 bijna té krachtig. Stuurinrichting, remmen, wegligging: alles lijkt afgestemd op rijplezier. De Koreaan komt daarentegen rationeler uit de hoek. Zijn stuurinrichting is kunstmatiger en minder nauwkeurig, en hij rijdt neutraler. De 115 pk zijn voldoende om twee personen te vervoeren, vooral dankzij het lage gewicht (voor een elektrische auto): 1.410 kg. Maar met de Inster draait de fun meer om het parkeren en het rijden in de stad dan om puur rijplezier. Overigens staat ook de R5 uitstekend zijn mannetje in de stad, dankzij een erg korte draaicirkel.

Wat het verbruik betreft, schuiven beide auto’s dezelfde officiële waarde naar voren: 15,1 kWh/100 km. We hebben vastgesteld dat ze in gunstige omstandigheden allebei minder dan 14 kWh/100 km kunnen verbruiken, maar de Inster lijkt het iets beter te doen op de snelweg.

Ten slotte kan de accu van de Renault een piekbelasting tot 100 kW aan, tegenover 85 kW voor de Hyundai. Toch is de accu van de Inster – die weliswaar kleiner is – na een laadtijd van 30 minuten opgeladen van 10 tot 80%, tegenover 15 tot 80% voor de R5. Maar stadsauto’s als deze zullen maar zelden gebruikmaken van snelladen, dus dat verschil is niet zo belangrijk.

Laten we even samenvatten. Afgezien van het rijbereik en het rijplezier, waar Renault beter scoort, zijndeze stadsauto’s op bijna alle vlakken aan elkaar gewaagd. Het budget zou dus de doorslag moeten geven. Maar ook hier is de strijd spannender dan ooit: het verschil in leaseprijs (48 maanden/80.000 km) tussen beide auto’s bedraagt slechts één euro, in het voordeel van de Hyundai Inster Edge. De maandelijkse TCO is dus vrijwel identiek: 683 euro voor de Koreaan tegenover 685 voor de Fransman, omdat onze berekeningstool, de Car Cost Advisor van Eurofleet, 1 euro meer gemiddelde energiekost voor de R5 meerekent.

Kunnen we dan de Inster tot winnaar uitroepen? Niet echt, want hoewel we zelden zo’n spannende strijd hebben gezien, geven de actieradius van de R5 E-Tech, zijn sympathieke uiterlijk en het rijplezier dat hij biedt, hem naar onze mening een lichte voorsprong op de Inster. Maar let wel op de optionele uitrusting, want met het 1.500 euro (incl. btw) kostende Sensation-pakket is de Hyundai Inster Edge perfect uitgerust, terwijl in het geval van de Renault R5 Techno de opties, zoals een opvallend kleurtje (500 euro), een V2L-functie (200 euro), het Advanced Driving Assist-pakket (850 euro) met onder meer een dodehoekcontrole, of het Winter-pakket (550 euro) de rekening flink kunnen doen oplopen…

 * Aanbod Ayvens op basis van een contract van 48 maanden en 80.000 km  

** Berekend met de Car Cost Advisor van Eurofleet Consult