Fleet test Citroën ë-C4: duidelijke troeven

Citroën heeft op korte tijd heel zijn gamma herzien. De Berlingo en SpaceTourer zijn lichtjes geëvolueerd. De betaalbare C3 is op de markt gekomen en onlangs is ook de Aircross-variant aan zijn carrière begonnen. Aan het eind van het jaar gaat ook de gezins-SUV C5 Aircross een compleet nieuw tijdperk in. En dan zijn er tussen de C3 en C5 nog de C4’s: de hier geteste vijfdeursversie, maar ook de C4X, die langer is (+23 cm), en een grotere bagageruimte heeft (510 liter tegenover 380 liter), maar minder praktisch is omdat hij geen achterklep heeft. De C4X is immers een vierdeurs…

“Color clips”

Ook deze modellen hebben een facelift gekregen om qua styling bij te blijven bij de rest van het gamma. Zo werden de voorste en achterste lichtblokken volledig hertekend, maakt het nieuwe Citroën-logo zijn opwachting en is de merknaam nu voluit geschreven op de achterkant. Voor de voorpartij, maar ook voor onder aan de deuren zijn er ‘color clips’ verkrijgbaar. Deze kleine gekleurde strips, die klanten naar believen kunnen verwisselen, voegen een vleugje personalisatie toe. De intentie is goed, maar deze personalisatiemogelijkheid is subtiel, zo niet bijna onmerkbaar. Maar het is niet alleen op het vlak van dat het C4-gamma evolueert.

Zo werden de stoelen nog aangepast, om meer zachtheid te bieden. De schuimvulling zou 15 mm dikker zijn. Het verdict? De C4 stond al bekend voor zijn comfort, en voor de faceliftversie is dat nog meer het geval! Bovendien zijn alle versies nu voorzien van de Citroën Advanced Comfort-vering met progressieve hydraulische aanslagpunten: een echt verschil met de concurrentie! Bovendien beschikt de C4 sinds enkele maanden over een nieuwe motorversie die we al goed kennen van andere Stellantis-modellen, met een vermogen van156 pk en een batterij van 54 kWh. Op papier biedt dit een aantrekkelijker rijbereik dan de motor-batterijcombinatie van 136 pk en 50 kWh die ook in de catalogus staat: tot 416 km, tegenover 354 km.

Tijdens onze testrit in Barcelona stelden we het comfort van deze ë-C4 enorm op prijs. Het maximale vermogen van 156 pk is alleen beschikbaar in de Sport-modus, maar we hebben nooit de behoefte gevoeld om van de Normal naar Sport over te schakelen (er is ook nog een derde modus beschikbaar, namelijk Eco). Met andere woorden, met 2 inzittenden en zonder bagage is het vermogen meer dan voldoende.

Een andere aangename verrassing is dat we ongeveer 14 kWh/100 km verbruikten over een gemengd parcours van 78 km, weliswaar in zeer zachte omstandigheden, maar met veel wind. Sommige van onze collega’s slaagden er zelfs in om onder de 14 kWh/100 km te blijven, zonder moeite te doen. Het reële verbruik van deze nieuwe motor-batterijcombinatie lijkt dus zoals beloofd: 15 kWh/100 km, zoals aangekondigd op papier. Natuurlijk kun je bij veel snelweg 18-19 kWh/100 km verwachten, en zelfs meer in de winter…

Om het onderwerp energie af te sluiten, is een korte opmerking over opladen op zijn plaats. Met een maximaal oplaadvermogen van 100 kW doet de Citroën ë-C4 het helaas nog steeds minder goed dan sommige concurrenten. In het beste geval moet je 30 minuten rekenen om van 20% tot 80% op te laden.

Volgens ons missen de eerste twee uitrustingsniveaus (You en Plus) een aantal zaken, zoals een koffervloer met twee standen, een dodehoekcontrole en lichtmetalen velgen. Kies dus beter voor de uitvoering Business of zelfs Max. Maar in alle gevallen is een warmtepomp optioneel (450 euro).

Qua prijs (zie onderstaande fiche) komt deze ë-C4 dicht in de buurt van zijn Stellantis-neven, maar hij is minder duur dan bijvoorbeeld een VW ID.3. Maar zijn echte troef is comfort. Zijn stoelen en ophanging maken het verschil, nog meer dan voorheen. Het is vooral voor die kwaliteit dat we voor de Citroën ë-C4 zouden kiezen, naast zijn minimale VAA.