
Tegelijkertijd blijft het mobiliteitsbudget, waarmee werkgevers hun werknemers een op maat gemaakt mobiliteitsbudget kunnen aanbieden, groeien: in 2024 maakten 18.516 werknemers er gebruik van, waarvan 17.157 zonder gebruik te maken van pijler 1, waarvan de begunstigden nog steeds over een bedrijfswagen beschikken.
Dit instrument blijft echter marginaal: het vertegenwoordigt minder dan 0,5% van alle werknemers en minder dan 3% van de begunstigden van een van de twee vormen van voordelen (salariswagen of mobiliteitsbudget).
De toename van het mobiliteitsbudget volstaat dus niet om de waargenomen stagnatie van het aantal bedrijfswagens te verklaren.
Opgemerkt moet worden dat alleen het aantal salariswagens wordt meegeteld, d.w.z. bedrijfswagens die ter beschikking worden gesteld van werknemers en die voor andere dan professionele doeleinden kunnen worden gebruikt. Dit aantal is bekend en wordt verstrekt door de Rijksdienst voor Sociale Zekerheid (RSZ). Het houdt geen rekening met bedrijfswagens van bedrijfsleiders, noch met dienstwagens. De gegevens over het mobiliteitsbudget zijn eveneens afkomstig van de RSZ.