Fleet test Dongfeng Box: klein maar fijn?

Het Chinese Dongfeng is de groep boven Voyah, waarvan we recent de Free konden testen. Net als de modellen van dat submerk wordt de Box in ons land ingevoerd door Voyah Benelux en verdeeld door Ghistelinck Automotive. Maar terwijl Voyah zich positoneert als premium, wil het merk Dongfeng net uitpakken met een knalprijs om klanten te overtuigen… en met zijn schattige uitstraling, dankzij de zachte welvingen van zijn koetswerk.

In ieder geval is de Box effectief een pak goedkoper dan andere EV’s in het B-segment. De Premium Edition, met een batterij van 42,3 kWh, draagt een prijskaartje van 23.899 euro (incl. btw!), terwijl de Style Edition zelfs maar 22.899 euro kost – al heeft die met zijn accu van slechts 31,4 kWh een wel erg beperkt rijbereik (230 km volgens WLTP). Een snelle zoektocht leert dat enkel de Dacia Spring en de basisversie van de Dolphin Surf nog minder kosten…

Die laatste is trouwens het meest vergelijkbaar wat afmetingen betreft, samen met de Firefly van bij Hedin Automotive. De Box is 4,02 meter lang, tegenover respectievelijk 3,99 en 4 meter voor zijn twee landgenoten. Alle drie zitten ze qua lengte daarmee tussen het Frans-Japanse duo Renault 5/Nissan Micra (3,92 en 3,97 meter) en het Stellantis-trio Opel Corsa/Lancia Ypsilon/Peugeot 208 (respectievelijk 4,06, 4,08 en 4,06 meter) in. In vergelijking daarmee is de Box wel iets hoger, waardoor we hem misschien eerder als een cross-over zouden catalogiseren.

Bovendien blijft de koffer met een volume van 326 liter aanvaardbaar voor het segment (zonder records te breken), al is het wel jammer dat er geen hoedenplank is voorzien. Naar inbraakgevoeligheid toe is dat niet zo super, aangezien bagage makkelijk zichtbaar blijft van buitenaf. Net als de laadkabel trouwens, want er is evenmin een vak onder de vloer of een frunk waarin je die zou kunnen opbergen.

Dat alles wordt echter goedgemaakt met de kwaliteitsindruk van het interieur, die opmerkelijk is voor het segment. Er vallen natuurlijk wel wat harde materialen te bespeuren, maar zelfs die zien er netjes uit. Het geheel oogt bovendien erg huiselijk en gezellig, mede dankzij de chique stiksels op de deurpanelen en het dashboard. Origineel is ook de lade rechts die dienstdoet als handschoenkastje. Daarnaast is de middenconsole praktisch ingericht.

En dan is er nog de achtergrond op het 12,8 duim grote touchscreen, waarop een woonkamer te zien is, inclusief een huiskat op de zetel die het duidelijk naar zijn/haar zin heeft. Een leuk accent, maar nog beter nieuws is dat het infotainmentsysteem zich relatief intuïtief laat bedienen.

Gelukkig, want je moet voor zowat alles langs het scherm passeren. En net als bij de eerder geteste Voyah Free zijn Apple CarPlay en Android Auto an sich niet van de partij, maar toch weer wel, via een specifieke app die je moet downloaden op je smartphone. Wel handig is dat bij hert activeren van de richtingaanwijzer, beelden van de dodehoekcamera worden weergegeven op het scherm.

Kiezen voor de Box betekent wel dat je je verwachtingen op het vlak van prestaties moet temperen. Zijn elektromotor van 95 pk volstaat voor in en om de stad, maar wanneer je bijvoorbeeld op de snelweg vast komt te zitten achter een vrachtwagen en die vervolgens wilt inhalen, moet je wel wat geduld oefenen. En dan zaten wij nog meestal alleen of met slechts één passagier in de auto.

Ook vanuit stilstand zijn de acceleraties niet indrukwekkend, maar daar valt gezien de roeping van deze auto mee te leven. Temeer omdat het weggedrag gezond en complexloos is, en er ook weinig aan te merken valt op het rijcomfort. Al bij al zouden we de Box in ieder geval veelzijdiger noemen dan een Dacia Spring en zijn de prestaties in de bebouwde kom toereikend. Daarboven vlakt de acceleratiecurve serieus af. De topsnelheid is trouwens beperkt tot 140 km/u.

Bovendien springt de Box zuinig om met stroom. Over heel onze test, die weliswaar nog plaatsvond bij zachte temperaturen, bedroeg ons gemiddelde met de Premium Edition 14,2 kWh/100 km, inclusief porties snelweg om de auto te gaan halen en terug te brengen. Blijf je in en om de stad, dan hoef je weinig moeite te doen om daar nog onder te duiken, wat je in staat zou moeten stellen om aardig dicht in de buurt van de vooropgestelde actieradius van 310 km te komen.

Minder goed nieuws is echter dat de Box niet bepaald snel laadt. En dan hebben we het deze keer niet eens over het DC-laadvermogen, dat met 87,8 kW nog wel door de beugel kan in dit segment (de Style Edition houdt het bij 76,8). Nee, het is vooral de laadsnelheid aan een wisselstroomlader die tegenvalt: 6,6 kW in het geval van onze Premium Edition en zelfs maar 3,3 kW voor de Style Edition met zijn kleinere batterij.

En dan is er nog een valse noot: terwijl andere Chinese stads-EV’s als de BYD Dolphin Surf en de Firefly een EuroNCAP-beoordeling van vijf sterren op hun naam wisten te schrijven, wist de Dongfeng Box er maar drie te vergaren. Een magere score, maar als je weet dat de – weliswaar nog goedkopere en compactere – Dacia Spring het met één enkele ster moet doen… Overigens kunnen Europese modellen als de Opel Corsa en Peugeot 208, en zelfs de veel recentere Renault 5 met vier sterren evenmin een onberispelijk rapport voorleggen.

Voor wie een beperkt leasebudget heeft, of bewust kiest voor een kleinere – lees: goedkopere – auto om andere mogelijkheden van het mobiliteitsbudget te kunnen benutten, is de Dongfeng Box een interessant aanbod. Of toch zolang je je bewust bent van zijn beperkingen, namelijk dat hij minder geschikt is voor snelwegverplaatsingen en/of lange ritten. Ook de minder gunstige beoordeling van EuroNCAP is iets om in het achterhoofd te houden. De Box maakt echter veel goed met zijn guitige karakter, zijn huiselijke interieur, zijn uitrusting en natuurlijk zijn TCO, dankzij een laag prijskaartje, een algemene garantie van 5 jaar (8 jaar op de accu) én een beperkt verbruik. Alleen zal je voorlopig nog moeten zoeken naar een leasemaatschappij die deze Dongfeng aanbiedt, terwijl er op het moment van schrijven ook nog slechts één Belgische dealer is.