Netwerk van waterstofstations en oplaadpunten: Europa zet een ontwikkelingsplan in werking
De energietransitie kan alleen worden gerealiseerd als de infrastructuur in voldoende mate wordt ontwikkeld om in de behoeften te voorzien. En met infrastructuur bedoelen we uiteraard laadstations, maar ook waterstofstations, omdat deze technologie in de toekomst ook een oplossing kan zijn voor bepaalde voertuigen. Europa heeft een voorlopig akkoord bereikt om deze infrastructuur op middellange termijn op grote schaal te ontwikkelen.
Wat de laadstations betreft, bepaalt de voorovereenkomst dat snelwegen in Europa om de 60 km ten minste één zone met snellaadstations van 400 kW moeten hebben. Dit zijn zeer krachtige terminals, zelfs krachtiger dan die welke momenteel worden aangeboden door leveranciers zoals Fastned (300 kW) of Ionity (350 kW). De tekst voorziet ook in een verhoging van het vermogen van deze laadinfrastructuur tot 600 kW tegen 2028. Het vermogen van de lader is echter niet alles, want het voertuig heeft ook een limiet m.b.t. zijn laadvermogen.
Europa wil ook de betaling van transacties op deze infrastructuren vergemakkelijken door drie betalingswijzen aan te bieden: de laadkaart/badge, de traditionele bankkaart en zelfs een contactloze betalingsoplossing via een QR-code scan.
Waterstof: eindelijk de grote doorbraak?
Deze voorovereenkomst voorziet ook in een plan voor de ontwikkeling van H2-stations (waterstof). België telt momenteel slechts 7 stations die deze brandstof aanbieden. De EU wil tegen 2021 om de 200 km een H2-station hebben.
Damien Malvetti, redacteur van dit artikel
Damien Malvetti is opgeleid als journalist en gepassioneerd door wagens, technologie en mobiliteit. Hij is verantwoordelijk voor de redactionele inhoud van link2fleet en beschikt over een uitgebreide kennis van de fleet-sector en elektrische mobiliteit.
