Renault LCV: een kijkje in het laboratorium voor bedrijfsvoertuigen
Het is een plek waar nog maar weinig journalisten al zijn geweest. Het onderzoeks- en ontwikkelingscentrum voor bedrijfsvoertuigen van Renault, gelegen in Villiers-Saint-Frédéric, ongeveer veertig kilometer ten westen van Parijs, viert dit jaar zijn 60-jarige bestaan. Een plek waar de modellen van het LCV-gamma worden ontworpen, ontwikkeld en grondig getest. Ter gelegenheid van dit 60-jarige jubileum heeft de site uitzonderlijk zijn deuren geopend voor link2fleet. Een unieke kijk achter de schermen van een strategische site waar de bedrijfsvoertuigen van morgen worden vormgegeven.

Een historische site voor een onbetwist leiderschap
Al 125 jaar lang is Renault toonaangevend op het gebied van bedrijfsvoertuigen. De Kangoo, de Trafic, de Master… allemaal namen die een begrip zijn geworden in Europese bedrijfswagenparken. Dit leiderschap is geen toeval: in een voorstad van Parijs, op een terrein van 15 hectare dat in 1965 werd geopend, werken bijna 1.000 mensen – ingenieurs, technici, analisten – dagelijks aan het ontwerpen, testen en perfectioneren van de bedrijfsvoertuigen van het merk met het ruitlogo. Een unieke site, aangezien Renault de eerste constructeur ter wereld was die over een dergelijk centrum beschikte. Het moet gezegd dat 82% van de LCV-productie van het merk op Frans grondgebied plaatsvindt.
Het doel? Voldoen aan de concrete behoeften van ambachtslieden, bezorgers, bouwbedrijven of dienstverlenende ondernemingen en alle andere professionals, door hen robuuste, veelzijdige en steeds slimmere voertuigen aan te bieden. Een missie die veel meer vereist dan de ontwikkeling van een gewone auto.
Een buitengewoon hoog niveau van veeleisendheid
“Om een robuust bedrijfsvoertuig te ontwerpen, moet je eerst en vooral begrijpen hoe die dagelijks door de gebruikers wordt ingezet”, aldus Jean-François Vial, LCV Program Director bij Renault. En daarvoor gaat het merk met het ruitlogo heel ver. De ingenieurs aarzelen niet om hele dagen door te brengen met professionele klanten: hoe vaak worden de deuren geopend? Hoe vaak wordt er gestopt, opnieuw gestart, in- en uitgestapt? Hoe vaak worden de waarschuwingsknipperlichten aangezet? Niets wordt aan het toeval overgelaten. Deze observaties in het veld worden vervolgens geïntegreerd in de ontwikkelingsfasen via een “phygitale” aanpak, waarbij virtuele simulaties en echte modellen worden gecombineerd.
Het resultaat: bedrijfsvoertuigen die als geen ander worden getest. Elk prototype legt in 18 maanden het equivalent van 400.000 km af, wat neerkomt op 20 jaar gebruik in anderhalf jaar tijd. In totaal zijn er 30 testbanken die 24 uur per dag, 365 dagen per jaar continu in bedrijf zijn. Extreme temperaturen (-20 tot +40 °C), akoestische tests, weerstand tegen herhaaldelijk openen van deuren (tot 270.000 keer in 3 jaar!), bevestiging van stoelen, gesimuleerde zijdelingse of verticale schokken… niets wordt overgeslagen.
Ter vergelijking: de nieuwe Renault Master moest drie keer meer tests en vijf keer meer validaties ondergaan dan de elektrische R5 voordat hij werd goedgekeurd. “Een bedrijfswagen moet na vijf jaar gebruik nog als nieuw zijn”, benadrukt men hier.
“Wanneer een bedrijfswagen op de markt wordt gebracht, moeten alle versies worden goedgekeurd”, verduidelijkt Vial, die eraan toevoegt dat deze voertuigen onderworpen zijn aan nog strengere Europese regelgeving. “Er zijn zoveel regels en die veranderen zo snel dat, zodra alle versies van een goedgekeurd model zijn goedgekeurd, er alweer moet worden aangepast aan nieuwe regelgeving.
“Om een robuuste bedrijfswagen te ontwerpen, moet je eerst en vooral inzicht hebben in hoe degenen die er dagelijks afhankelijk van zijn, hem gebruiken” – Jean-François Vial, LCV Program Director bij Renault
LCV à la carte
Een andere grote uitdaging is hyperpersonalisatie. Een loodgieter, een koerier of een onderhoudsbedrijf hebben elk hun eigen specifieke behoeften. Renault speelt hierop in met een strategie van extreme moduleerbaarheid. De nieuwe Master is bijvoorbeeld verkrijgbaar in 450 configuraties, met volumes van 3,3 tot meer dan 20 m³, brandstof- of elektromotoren, verschillende lengtes, hoogtes, enz.
Er worden drie oplossingen voorgesteld aan professionals:
-
de versies “Converted by Renault”, die direct worden aangepast in de fabriek,
-
de “Qstomize”-ateliers voor specifieke modificaties,
-
en een netwerk van 300 erkende carrosseriebouwers voor ombouw op maat (bijvoorbeeld voor brandweer- of medische voertuigen).
Deze flexibele aanpak garandeert elke klant een oplossing die is afgestemd op zijn vak en voldoet aan zijn behoeften. Zo wordt bijvoorbeeld 60% van de door het merk verkochte Kangoo’s omgebouwd.
25% van de verkoop
Renault hecht zoveel belang aan zijn assortiment bedrijfsvoertuigen omdat deze een groot deel van zijn portfolio uitmaken. “LCV’s vertegenwoordigen momenteel 25% van de verkoop van de groep”, erkent Jean-François Vial. Hij voegt eraan toe dat partnerschappen met andere merken/groepen essentieel zijn om competitief te blijven op dit gebied. Daarom werkt Renault nauw samen met Nissan en Daimler. “De investeringen zijn zo groot dat partnerschappen de enige manier zijn om concurrerend te blijven.”
Zelfs de ontwikkeling van modellen met een verbrandingsmotor wordt steeds ingewikkelder. “Op een gegeven moment zullen we geen keuze meer hebben: we zullen vanaf het begin hybride motoren moeten produceren om aan de normen te voldoen”.
En hoe zit het met waterstof? Die technologie heeft Renault voorlopig op pauze gezet, net als Stellantis trouwens. “Het is moeilijk om een technologie te ontwikkelen waarvoor in Europa vrijwel geen tankstations bestaan. En de ontwikkeling daarvan lijkt geen prioriteit te hebben… Maar we zijn klaar voor de dag dat er echt een netwerk komt. De Master is bijvoorbeeld ontwikkeld voor waterstof.”
Een lengte voorsprong op het gebied van elektrisch en digitaal
Renault is sinds de jaren ‘80 een pionier op het gebied van elektrische auto’s en heeft een voorsprong genomen met modellen als de Kangoo Z.E en de Master E-Tech. Vandaag zet het merk een nieuwe stap met de komst van ‘software-defined’ voertuigen, die mettertijd kunnen evolueren via software-updates, net als smartphones.
De toekomstige generatie bedrijfsvoertuigen zal worden uitgerust met een 800-voltarchitectuur, waardoor ze in minder dan 20 minuten van 15 tot 80 % kunnen worden opgeladen, voor een actieradius tot 450 km. Modellen zoals de Trafic, de Goelette en de nieuwe Estafette zullen hier vanaf 2026 van profiteren, in het kader van Flexis (een joint venture met Volvo en CMA CGM), dat de productie van een nieuw volledig elektrisch gamma in Frankrijk plant.
Industriële uitmuntendheid onder het koetswerk
Achter elk Renault-bedrijfsvoertuig schuilt een onzichtbare wereld van extreme tests, simulaties, nauwkeurige aanpassingen en een obsessie voor detail. Villiers-Saint-Frédéric is niet zomaar een testcentrum: het is een broedplaats voor innovatie, een observatorium voor beroepsmatig gebruik, een laboratorium waar de toekomst van het beroepsvervoer wordt gebouwd.
Voor wagenparkbeheerders betekent het begrijpen van deze eisen ook dat ze de toegevoegde waarde van de modellen die ze in hun wagenpark opnemen, beter kunnen waarderen. Meer dan ooit wordt het bedrijfsvoertuig een intelligent, modulair en duurzaam werkinstrument, ontworpen om lang mee te gaan, mee te evolueren en te presteren.