Uitstel van het einde van de verbrandingsmotor door de EU: de mobiliteitssector reageert en vraagt om duidelijkheid
De recente beslissing van de Europese Commissie om de doelstelling van nul uitstoot aan de uitlaat in 2035 te herzien, van 100% naar 90%, lokt stevige reacties uit binnen het mobiliteitsecosysteem. Waar sommigen dit zien als een welkome versoepeling, waarschuwen heel wat spelers uit de sector vooral voor het risico op een verwarrend signaal, net op een moment waarop zichtbaarheid en strategische samenhang belangrijker zijn dan ooit.
Polestar: gevolgen voor de komende 20 jaar
Maandag organiseerden vertegenwoordigers van het merk Polestar een stille demonstratie voor de Europese Commissie in Brussel om deze beslissing aan te klagen. Aan het hoofd van de stoet voertuigen stond een duidelijke boodschap: “Still Committed, Still Electric.”
Michaël Lohscheller, CEO van Polestar, licht toe:
“Een wagen op fossiele brandstof die in 2035 wordt gebouwd, kan twintig jaar later nog altijd vervuilen. De stap van een duidelijke doelstelling van 100% nul uitstoot naar 90% lijkt misschien beperkt, maar als we nu terugkrabbelen, schaden we niet alleen het klimaat. We ondermijnen ook het vermogen van Europa om competitief te blijven.
Elektrificatie zal op lange termijn welvaart en jobs creëren voor de komende decennia. Een koerswijziging zou net het tegenovergestelde effect hebben: het kunstmatig verlengen van het leven van verouderde industrieën voor enkele korte jaren, terwijl de rest van de wereld vooruitgaat.
Schone, elektrische oplossingen zijn klaar en worden al op grote schaal toegepast. Europa heeft geen vraagprobleem, maar een vertrouwensprobleem. Bij Polestar blijven we overtuigd: elektrisch is de enige weg vooruit, en wij zeggen nee tegen verbrandingsmotoren.”
EV Belgium: “een verkeerd signaal voor de economie”
Aan de kant van EV Belgium is de toon uitgesproken politiek. De Belgische federatie van spelers in de elektromobiliteit bestempelt het Europese voorstel als een “verkeerd signaal” dat de economische zekerheid van een volledige sector in gevaar brengt.
Philippe Vangeel, directeur van EV Belgium, herinnert eraan dat de oorspronkelijke doelstelling van 100% nul uitstoot een echte pijler van het industriebeleid vormde. Ze liet constructeurs, leveranciers, energiebedrijven, netbeheerders en investeerders toe hun strategieën op elkaar af te stemmen en belangrijke investeringen los te weken, ook in België.
De voorgestelde terugschakeling biedt volgens hem geen echte flexibiliteit, maar creëert net nieuwe onzekerheid op een moment waarop Europa integendeel zou moeten versnellen. België is in dit debat bovendien allesbehalve een neutrale toeschouwer. Met de fabriek in Gent, de honderden bedrijven actief in het EV-ecosysteem en een pionierende fiscale aanpak voor bedrijfswagens, heeft het land veel meer te verliezen dan te winnen.
EV Belgium wijst daarnaast op bepaalde inconsistenties in het Europese pakket, zoals de invoering van arbitraire drempels voor “kleine elektrische voertuigen”, die lokaal geproduceerde modellen zouden kunnen benadelen omwille van enkele millimeters verschil.
De federatie roept België dan ook op om resoluut vast te houden aan de doelstelling van 100% emissievrij tegen 2035, een nationale industriële strategie rond batterijen en laadinfrastructuur te versterken en de invoering van een fiscaal kader dat de snellere elektrificatie van bestel- en vrachtwagens mogelijk maakt, te versnellen.
Renta: de centrale rol van bedrijfswagenparken bevestigd
In haar analyse van het voorstel voor een Europese verordening rond het vergroenen van bedrijfswagenparken benadrukt Renta dat, ondanks de discussies rond 2035, één fundamenteel element overeind blijft: professionele vloten blijven een cruciale hefboom van de transitie.
De tekst van de Commissie versterkt die logica zelfs door specifieke verplichtingen in te voeren voor corporate vloten en lichte bedrijfsvoertuigen. Daarmee wordt impliciet erkend dat de grootschalige doorbraak van elektrisch rijden in de eerste plaats via bedrijven zal verlopen, alvorens zich volledig uit te breiden naar de particuliere markt en de tweedehandsmarkt.
Voor de leasing- en mobiliteitssector bevestigt deze oriëntatie de noodzaak om te blijven investeren, klanten te begeleiden en aangepaste oplossingen te ontwikkelen, los van de politieke bijsturingen die momenteel worden besproken.
Powerdot: “automobilisten gaan vooruit, de politiek mag niet achteruitgaan”
Aan de kant van de infrastructuuroperatoren is de teleurstelling duidelijk voelbaar. Luís Santiago Pinto, medeoprichter en CEO van Powerdot, is van mening dat de herziening van de nul-emissiedoelstellingen de strategische positie van Europa verzwakt in een steeds intensere wereldwijde concurrentiestrijd.
Los van de klimaatambities bood de oorspronkelijke doelstelling de noodzakelijke zekerheid om industriële strategieën op elkaar af te stemmen en langetermijninvesteringen aan te trekken. Het terugschroeven ervan ondermijnt de Europese competitiviteit net op het moment dat schaalvergroting en uitvoering doorslaggevend zijn.
Powerdot benadrukt echter dat het de koers aanhoudt, samen met zijn partners en eindgebruikers. Voor de operator is de boodschap vanuit het veld duidelijk: automobilisten hebben de transitie al ingezet. Het is nu aan de politiek om geen stap terug te zetten.
Geotab: “baseer je strategie op data, niet op veranderende wetgeving”
Voor Edward Kulperger, Senior Vice President EMEA bij Geotab, gaat de kwestie veel verder dan het loutere regelgevende debat. Volgens hem kan de Europese wetgeving niet langer worden beschouwd als een stabiele basis om een langetermijnstrategie voor wagenparken op te bouwen.
Hij waarschuwt voor een gevaarlijke interpretatie van deze herziening, die door sommige bedrijven zou kunnen worden gezien als een impliciete toestemming om hun transitie te vertragen. Een strategische fout, zo stelt hij, aangezien elektrificatie nooit uitsluitend werd gestuurd door de deadline van 2035. Ze beantwoordt aan een dubbele noodzaak: uiteraard ecologisch, maar ook economisch.
Edward Kulperger benadrukt bovendien dat de wetten van rendabiliteit niet veranderen. Operationele verspilling binnen vloten – zoals overmatig stationair draaien, inefficiënte routeplanning en onaangepaste aandrijvingen – kost bedrijven vandaag al miljoenen euro’s. Dankzij het gebruik van data slagen sommige grote vloten erin om tienduizenden euro’s per maand te besparen en tegelijk hun CO₂-uitstoot aanzienlijk te verlagen.