
De fiscus preciseert opnieuw om welk tarief het gaat. Het tarief dat zal gelden voor het derde kwartaal wordt als volgt omschreven :
Het maximale vaste tarief per kWh voor het derde kwartaal van 2025 is gelijk aan het gemiddelde van de gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in (1) op de kleinhandelsmarkt voor residentiële klanten met een huishouden met digitale teller, een elektrisch voertuig, een verbruik van 8.000 kWh/jaar en gemiddelde maandpiek van 7,36 kW, van de maanden februari, maart en april 2025 (3).
(1) De all-in prijs bevat de volgende componenten: de prijs voor de energie, de netwerkkosten (transmissie/transport en distributie), de heffingen en toeslagen en btw.
(2) Zie randnummers 27 en 28 van voornoemde circulaire van 5 december 2024.
(3) Vanaf april 2025 worden de maandelijkse gemiddelde commerciële elektriciteitsprijzen all-in onderliggend aan deze berekening niet langer meer gepubliceerd in de maandelijkse boordtabel van de CREG, maar worden die afzonderlijk gepubliceerd in het csv-bestand van de CREG via deze link.
Het tarief verschilt ook per gewest. Hiervoor geldt de woonplaats van de werknemer. Het CREG-forfait is een fiscaal maximum. Een werkgever mag ook een lager bedrag terugbetalen. De fiscale tarieven geldig voor het 3de kwartaal 2025 zijn merkelijk gestegen tegenover het 1ste en 2de kwartaal 2025.